De bijnaam Papa Blanca kreeg Frans de Wit (1943) van collega’s uit de Rotterdamse onderwereld. Hij was eind jaren zeventig de grootste koppelbaas van Nederland. Tegelijk handelde hij in hasj, zat in de valsemunterij en organiseerde allerlei slimme fraudes. Daarnaast exploiteerde De Wit een drukbeklant keldercafé, een luxueuze seksclub en een handvol illegale gokhuizen in de Maasstad.
Justitie zag hem als leider van een maffia-achtig syndicaat, als een capo di tutti capi. Zijn arrestatie in 1980 veroorzaakte een massa publiciteit en gaf Papa Blanca een bijna mythisch karakter. Hij is tweemaal door een arrestatieteam van zijn bed gelicht en kreeg bijna tien jaar gevangenisstraf. Het tweede deel van zijn misdaadcarrière hield hij zich bezig met cocaïnetransporten, illegale lotto’s en btw-fraude met goud.
In dit boek gaat Frans de Wit gedetailleerd in op zijn carrière in de misdaad. Ook had de auteur gesprekken met oud-rechercheurs die jacht op hem maakten. Het resultaat: een uniek stukje misdaadgeschiedenis dat leest als een schelmenroman.