Vroeger waren mijn ouders vriendjes en
was ik gelukkig. We deden alles samen.
Toen begonnen er dingen te veranderen.
Mijn ouders waren altijd verdrietig en als
ze praatten was het alleen om ruzie te
maken. Vroeger dacht ik dat het mijn
schuld was dat mijn ouders geen vriendjes
meer waren. Maar nu begrijp ik dat ze beter
met elkaar kunnen opschieten als ze elk in
een ander huis wonen. Wat er ook gebeurt,
mijn moeder en vader zullen altijd mijn
ouders blijven... en het beste is... dat ze
altijd van me zullen houden.
was ik gelukkig. We deden alles samen.
Toen begonnen er dingen te veranderen.
Mijn ouders waren altijd verdrietig en als
ze praatten was het alleen om ruzie te
maken. Vroeger dacht ik dat het mijn
schuld was dat mijn ouders geen vriendjes
meer waren. Maar nu begrijp ik dat ze beter
met elkaar kunnen opschieten als ze elk in
een ander huis wonen. Wat er ook gebeurt,
mijn moeder en vader zullen altijd mijn
ouders blijven... en het beste is... dat ze
altijd van me zullen houden.