Papinette wordt vaderloos geboren als de dochter van een wasvrouw die tewerkgesteld is bij een rijke familie in Antwerpen in de zestiende eeuw. Ze groeit op in het gezelschap van haar moeder en nog drie andere wasvrouwen. Ze leert het leven op een heel zintuiglijke manier kennen. Een van haar speelkameraadjes is Antoon de Cock, zoon van een van de wasvrouwen. Met hem groeit ze op in een broer-zusterrelatie.
Als ze dertien is, wordt ze keukenmeisje bij de Joachim Beuckelaer, een gewaardeerde schilder met een voorkeur voor markt- en keukentaferelen. Papinettes drang naar overvloed, haar gulzigheid en nieuwsgierigheid maken haar tot een opvallend, aantrekkelijk jong meisje dat zeer gegeerd wordt door de mannelijke personages.