‘gevoelde betekenis’ van een markante plek. In het werkboek Paradijs in de polder gaat ontdekkingsreiziger
Arita Baaijens samen met de lezer op zoek naar de chora van het Nederlandse landschap. Haar eigen ontdekkingsreis begint met een verblijf op een haar onbekende plek in Nederland. Daar krijgt ze 24 uur de tijd om, met inzet van álle zintuigen, het verhaal van haar verblijfplaats te ontrafelen. Wat laat het landschap los, wat blijft verborgen, en waarom? De reis eindigt met het maken van ‘deep maps’: innovatieve landkaarten waarop de resultaten van deze
zoektocht op een bijzondere manier zijn verbeeld.