Voor deze debuutbundel, die in 1940 bij Stols verscheen, ontving de dichteres in 1941 de Van der Hoogtprijs (juryleden o.a. Bloem en Van Vriesland). In het eerste jaar na verschijnen werd de bundel al negen keer herdrukt. In deze inmiddels klassieke bundel zijn de volgende gedichten opgenomen: Drank de onberekenbare, Angst, In de herfst, De dood, De idioot in het bad, Tijd, Voorjaar, Begrafenis van mevrouw T., De trek, Luchtspiegeling, De krekels, Het ezeltje, De weg terug, Afsluitdijk, Fanfare-corps, Herfst, De onbekende van de Amstel, Vahine no te tiare, Herfst, Kind in het Licht, Onweer in het moeras.