Toch blijkt er geen woord van gelogen, wanneer Morrigan zich na een ijzingwekkende ervaring ineens in diezelfde parallelle wereld bevindt. In deze wereld zijn haar krachten als uitverkorene van de godin groter dan ze ooit voor mogelijk heeft gehouden, en blijkt er ook nog eens een beestachtig aantrekkelijke, eh... centaur naar haar gunsten te dingen.
Maar helemaal zonder twijfel is Morrigan niet. Want wie zegt haar dat de stem die ze steeds in haar hoofd hoort die van haar godin is, en niet van de duistere god Pryderi? Ze was er immers al vroeg voor gewaarschuwd dat hij haar in zijn macht wilde hebben. Als dat zo is, lukt het haar dan wél de verleiding van het kwaad te weerstaan en te kiezen voor het goede? Zelfs als dat betekent dat ze alles wat haar lief is zal verliezen?