Ze besloten erop te schrijven, al was het alleen maar omdat ze er nieuwsgierig naar waren, wat voor mensen het zouden zijn. Hun huwelijk was echt niet zo slecht, maar kon best een opfrissertje gebruiken. Partnerruil zou misschien uitkomst brengen.
Het was eigenlijk allemaal begonnen met die jongen die – toen Henk naar een vergadering was – Miep seksboekjes wilde verkopen. Ze vond het maar niets, maar daardoor ging ze toen haar eigen huwelijk eens wat kritischer bekijken. De vreemde consequenties van zo’n partnerruil door mensen die zoiets nauwelijks aankunnen, heeft Fabricius in dit boek met veel humor en een zekere meewarigheid beschreven.
‘Prettig kennis te maken, mensen,’ zeg ik. ‘Hebben jullie het gemakkelijk kunnen vinden?’
‘O ja, man, je vrouw had het me door de telefoon al piekfijn uitgelegd.’
‘Mooi zo, kerel, mooi zo. En dat is dan zeker Eef?’
‘Dat heb je goed geraden, jongen.’
Zij zelf gunt me een lieve, wat verlegen glimlach.
‘Kom er ook eens bij, Miep.’
Miep komt poeslief, nogal opgedraaid, de kamer uit.
‘Hier hebben jullie het lieve kind. Miepje, dit zijn Paul en Eef.’
‘Dag! Wat énig dat jullie gekomen bent.’