Jas is 11 jaar en woont met zijn ouders in een houten noodwoning bij het kanaal, vlakbij de Keersluisbrug in Vlissingen. Op een zondagmorgen klopt zijn buurmeisje Fanny hard op het raam van zijn slaapkamer. Zij heeft vreselijk nieuws: alles staat onder water!
Jas en zijn ouders maken zich ongerust over het lot van Opa en Oma Scheepers. Zij wonen in de Palingstraat en die ligt in het laagste deel van de stad. Jas en zijn vader vragen zich af of ze met hun oude kano via het kanaal naar de binnenstad kunnen peddelen. Jas heeft wel zin in zon avontuur. Maar hij heeft geen idee wat hem te wachten staat. Want het is 1 februari 1953. Die nacht heeft een zware noordwesterstorm in zuidwest Nederland het zeewater zo krachtig tegen de dijken laten rammen dat er gaten zijn geslagen. Grote delen van Zeeland, Noord Brabant en Zuid Holland zijn overstroomd. Het is een ramp van ongekende omvang waarbij ruim 1800 mensen zijn omgekomen.