Het leven is hard voor Cato en Hannes. In een oude vervallen boerderij, diep verscholen in de Peel, bouwen ze samen een toekomst op. De armoede kleeft aan hen. De stille Hannes maakt lange dagen op de turfvelden, Cato heeft haar groentetuin en zorgt voor haar zieke moeder. Als Cato een zigeunervrouw ontmoet waarschuwt zij haar voor ‘water, vuur en zielenpijn.’ Het leven van Cato en haar gezin krijgt sindsdien een dramatische lading. Jaren later, het is de zomer van 1944, is de oorlog in het gezin van Cato en Hannes binnengedrongen. Hun zoon Driek moet onderduiken en Cato regelt voor hun dochter Marta een baantje als dienstmeisje bij de burgemeester in het dorp. De nazi’s zitten steeds meer in het nauw en hebben de burgemeester in het vizier.