In 1971 verhuisde Annie Dillard naar Tinker Creek, een vallei in de Amerikaanse staat Virginia. Daar woonde ze vier seizoenen, alleen, in een huis aan de rand van het dal. Tijdens haar verblijf houdt Dillard een dagboek bij waarin ze over haar dagelijkse omzwervingen langs de oevers van het riviertje Tinker Creek schrijft. Energiek en bezield vertelt ze over de vaak genadeloze natuur in en rond de rivier en hoe gedurende de seizoenen het leven onophoudelijk aan verandering onderhevig is. Annie Dillard dwingt je voortdurend naar details te kijken, waardoor je je aldoor omringd voelt door het mysterie, de dood, de schoonheid, en het geweld van de natuur. En dat is meteen de grootste les van Dillards proza: dat we niet los van de natuurlijke wereld leven, maar er deel van uitmaken. Pelgrim langs Tinker Creek is een subliem poëtisch dagboek, een kroniek van een zoektocht naar niets minder dan de betekenis van het leven, een natuurklassieker van jewelste. Het wordt niet voor niets altijd in één adem genoemd met Walden van Henry David Thoreau of de boeken van John Muir.