Marente de Moor woonde in Sint-Petersburg in een tijd die de meeste Russen liever snel vergeten: de gevaarlijke en chaotische jaren negentig. Maar uit deze schetsen blijkt dat achter de werkelijkheid van voortdurende crises en georganiseerde misdaad een charmante gekte schuilging, waarin muzikanten over de daken zwierven en beren in bussen op de stoep woonden, de verkeerspolitie zich uit liet betalen in langspeelplaten en in het 'Arbeidspaleis'een quasikoptische kerk een verdieping deelde met een homobar. Onlangs keerde ze er terug, om te onderzoeken hoe groot de invloed van het Kremlin op deze eigenzinnige stad is geworden.