Juni 1943. In Kamp Vught wordt de Duits-Joodse tiener Gerda Nothmann door Philips uitgekozen om kriegswichtige radiobuizen te maken. Zo komt zij samen met vijfhonderd andere Joodse vrouwen bij het Philips-Kommando terecht, een groep gevangenen die vrijgesteld wordt van deportatie. De verlegen en onhandige Gerda staat er alleen voor. Haar nieuwe identiteit van ‘Philips-meisje’ wordt haar redding van Auschwitz. Ze komt terecht bij een fabriek van het Duitse Telefunken om daar weer radiobuizen te maken. Na de bijna fatale dodenmarsen van de laatste oorlogsmaanden komt ze in Zweden op krachten. Gerda is zonder familie overgebleven en vertrekt naar de Verenigde Staten. Sanne van Heijst kon putten uit unieke bronnen, waarmee ze een beeld schetst van het bedroevende lot van de in Berlijn achtergebleven familie van Gerda. Ook werpt zij nieuw licht op de rol van Philips in de overleving van driehonderd Joodse vrouwen.