Winterswijk, de Achterhoek, 1847. Armoede en honger teisteren het land. Vanaf de kansel schetsen dominees een toekomst in Amerika, het beloofde paradijs op aarde. Zoals zoveel andere Achterhoekers besluiten ook de ouders van Abel Sikkink te vertrekken, zij gaan naar Sheboygan, in de staat Wisconsin. Onderweg voltrekt zich echter een verschrikkelijk drama. Tot op de dag van vandaag, 175 jaar later, kent men in de Achterhoek nog steeds de naam van het schip dat hen naar hun nieuwe leven had moeten brengen: Phoenix.
In Phoenix, het eerste deel van de trilogie De memoires van Abel Sikkink, vertelt Abel het verhaal van zijn jeugd in Sheboygan, zijn jaren bij de Nederlandstalige Sheboygan Nieuwsbode en zijn verhuizing naar New York, waar hij journalist wordt voor The New York Herald van krantentycoon Gordon Bennett. In New York beweegt hij zich, samen met zijn oude vriend Kalle, succesvol fotograaf, in kringen van kunstenaars en bohemiens die bij elkaar komen in het roemruchte café Pfaff’s, onder wie de beroemde dichter Walt Whitman.
De Amerikaanse Burgeroorlog werpt zijn schaduw vooruit en Abel belandt midden in de gebeurtenissen die de ramp aankondigen. Hij is aanwezig bij het proces tegen de legendarische John Brown en diens executie, en heeft contact met de abolitionisten, tegenstanders van de slavernij. Hij bereidt zich voor op een nieuwe tak van journalistiek: de oorlogsverslaggeving.
Intussen blijft één vraag hem obsessief achtervolgen: hoe heeft de ramp met de Phoenix zich kunnen voltrekken? Wie was er verantwoordelijk? En hoe betrouwbaar zijn herinneringen? Phoenix gaat ook over keuzevrijheid in het zicht van het noodlot.