Het is oktober 1886 als Edgar Drake een vreemd verzoek van het Britse ministerie van Oorlog bereikt. Hij krijgt de opdracht om zijn vrouw en zijn rustige leventje in Londen vaarwel te zeggen en naar de jungle van Birma te reizen, waar een bijzondere Erard-vleugel gerepareerd moet worden. De piano is van Anthony Carroll, een arts in het Briste leger die er nogal onorthodoxe methoden op na houdt om de vrede te bewaren met de vijandige vorsten in de zuidelijke Shan-staten: door zijn liefde voor poëzie, muziek en studie met hen te delen. Voorlopig zorgt deze aanpak voor rust in het gebied, maar die roept tegelijkertijd vragen op bij Carrolls superieuren over zijn loyaliteit. Op zijn reis naar Birma - via Europa, de Rode Zee en India - ontmoet Edgar profeten en dieven, soldaten en verhalenvertellers, en een fascinerende vrouw die net zo ongrijpbaar blijkt te zijn als de arts. Op de grote rivieren en in de verlaten steden van Birma krijgt Edgar te maken met meer mysteries en gevaren dan hij zich ooit had kunnen voorstellen. Echo's van Heart of Darkness en The English Patient weerklinken in deze sensuele roman over mythes en bevlogenheid, passie en avontuur.
"[...] prachtige evocaties van het Birmeese landschap." NRC Handelsblad