Pioenroos, wier leven de kern van dit boek vormt, wordt als klein kind gekocht door een joodse familie en opgevoed samen met David, de eigen zoon, die even oud is als zij. Als David trouwt met een ander Chinees meisje blijft Pioenroos bij hem in huis. Pas als haar vrijheid in gevaar komt (de oppereunuch van de keizerin heeft zijn zinnen op haar gezet), realiseert David zich dat Pioenroos' aanhankelijkheid méér is dan alleen slaafse trouw en dat hij van haar houdt. Hun liefde blijft hun leven bepalen, ofschoon ze niet met elkaar kunnen trouwen.