Midden december wordt Kurt Wallander ‘s ochtends gewaarschuwd dat er een sportvliegtuigje is neergestort. De twee inzittenden zijn dood. De luchtverkeersleiding ‘mist’ echter geen vliegtuig, wat betekent dat het vliegtuigje officieel niet in het Zweedse luchtruim vloog. Wanneer Wallander het wrak ontdekt, vermoedt hij dat het toestel is overgeverfd. Heeft iemand de identiteit van het vliegtuig willen afdekken? Spionage? Smokkel? Een illegale dropping? Drugs? Talloze mogelijkheden voor Wallander, die ook nog wat te stellen krijgt met zijn vader.