Het is hoogseizoen in het Oostenrijkse Kirchberg en dat betekent topdrukte voor Daphne Duisenburg, een Nederlandse die samen met haar Oostenrijkse echtgenoot Franz al jaren een leuk pension in het dorp runt. Onder meer de familie Donkervoort neemt haar intrek in een van de familieappartementen: Renske, met haar twee dochters uit een eerder huwelijk, haar man Sven en hun vijfjarig zoontje Marius. Marius krijgt voor het tweede jaar les, de rest kan al goed skiën. Ze vermaken zich prima tijdens hun eerste dag op de pistes.
De volgende dag is het mistig en het sneeuwt licht. Tijdens de skiles ontstaat grote paniek want Marius Donkervoort is ineens spoorloos. Het ene moment skiede hij nog gewoon in zijn klasje, het volgende moment is hij van de aardbodem verdwenen. Renske en Sven zijn ten einde raad en zodra duidelijk wordt dat Marius niet zomaar is verdwaald, start de politie een grootschalige zoekactie. De zaak herinnert de lokalen aan een vergelijkbare verdwijning, twintig jaar eerder.
Rechercheur Gunther Wolfsberg bijt zich helemaal vast in de mysterieuze verdwijning van Marius. Maar hoe hij de zaak ook analyseert, het jongetje lijkt opgelost te zijn in het niets. Tot Daphne een verrassende ontdekking doet...