De morele schuldvraag van de kerk en de paus
Vijftig jaar geleden, op 9 okto ber 1958, stierf Pius XII, de meest besproken paus uit de wereldgeschiedenis. De katholieke kerk en vooral de Romeinen rouwden om het verlies van de man die de Heilige Stad quasi ongeschonden door de oorlog had geleid. Velen beschouwden hem als een van de grootste pausen ooit, tot Rolf Hochhuth in 1963 zijn controversiële toneelstuk Der Stellvertreter publiceerde. Hochhuth beschuldigde Pius XII ervan dat hij niets ondernomen had om de Jodenvervolging aan te klagen, laat staan te stoppen. Sindsdien discussiëren historici over de rol van deze paus in het lot van de Joden voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. In welke mate was Pius XII op de hoogte van de uitroeiing van de Joden? En hoe reageerde de wereldleider daarop? Deze vragen zijn opnieuw actueel nu het Vaticaan volop bezig is Pius XII zalig en heilig te verklaren. De katholieke kerk heeft nog steeds geen medeverantwoordelijkheid genomen voor de Jodenvervolging. Het blijft noodzakelijk om de mechanismen die tot de Holocaust geleid hebben bloot te leggen en om hier lessen uit te trekken.