De Middelburgse Anne van Heijnoordt deelneemt aan de eerste verpleegstersopleiding die - in 1891 - aan het Coolsingelziekenhuis in Rotterdam van start gaat. Deze opleiding voor meisjes uit de zeer gegoede stand bestaat voornamelijk uit praktisch werk. Het is een zwaar leven, maar de meisjes die de opleiding weten af te maken, doen dat vanuit hun idealisme. Anne voelt zich eenzaam in Rotterdam, maar weet het vol te houden dank zij haar vriendschap met collega Rosalie (dochter van een arts) en de ontluikende liefde voor Rosalie's broer Coert (die in het ziekenhuis chirurg is).