Polleke heeft een vriendje, Mimoen. Maar zijn geloof en zijn cultuur maken hun vriendschap bijna onmogelijk. Pollekes vader Spiek zwerft over straat en is aan de drugs. En Pollekes meester is ineens de nieuwe vriend van haar moeder – ze willen zelfs gaan trouwen…
Het is niet makkelijk om vrolijk te blijven als zo veel dingen tegen zitten. Maar Polleke geeft niet vlug op. Bovendien is er de boerderij van opa en oma, buiten de stad. Daar komt Polleke tot rust. Ze is er graag, en heeft er zelfs een eigen kalf, dat ze Polleke heeft genoemd!
Voor zijn boeken over Polleke kreeg Guus Kuijer een Gouden Griffel, een Zilveren Griffel en de Woutertje Pieterse Prijs. Ook werden de boeken met groot succes verfilmd.