Als de elfjarige Hanna op een morgen vroeg wakker schrikt, en naar buiten kijkt, ziet alles er anders uit. De wereld van een dag geleden bestaat niet meer. Die verdwijnt op het moment dat de vliegtuigen overvliegen en de bruggen ontploffen. De oranje ochtendhemel kleurt langzaam zwart. Het huis beweegt en buiten loeien de sirenes - luchtalarm. Door het open raam dringen rookwolken naar binnen. Ze denkt dat ze doodgaat. Nee, ze weet het zeker. Het is 10 mei 1940.