December 1910. De befaamde Metropolitan Opera in New York gonst van bedrijvigheid en verwachting. De nieuwste opera van Giacomo Puccini, La Fanciulla del West (Het meisje uit het gouden Westen) zal hier op de tiende van de maand haar wereldpremière beleven. Het evenement brengt de componist samen met sterren die zijn werk zullen uitdragen: dirigent Arturo Toscanini, tenor Enrico Caruso, de Boheemse primadonna Emmy Destinn en vele anderen.
De première van de `wildwestopera wordt een triomf voor de bijna tweeënvijftigjarige Puccini. Het publiek bedelft hem onder bijval, de high society van New York fêteert hem, de pers jubelt. Maar is hij ook gelukkig? Over het leven van de succesvolle componist van La Bohème, Tosca, Madama Butterfly valt steeds vaker de schaduw van de melancholie. Tijdens zijn verblijf in New York wordt hij te midden van alle vrolijke en eervolle ontvangsten en diners door twijfel aan zijn eigen talent beslopen. Lust leidt hem op zijpaden, zijn gezondheid baart de neurotische artiest zorgen.
De tien dagen voor de première, die Theun de Vries in dit gedetailleerd kunstenaarsportret beschrijft, krijgen een extra bittere bijsmaak door de herinneringen aan een recente huiselijke tragedie, die Puccini vervolgen. In het luide, vitale geweld van de wereldstad met haar dagelijkse dramatiek gaan de individuele noden schijnbaar verloren. Maar in het grijze morgenuur na het feest ziet Puccini de kwetsbaarheid en betrekkelijkheid van de creatieve existentie met illusieloze blik.
De première van de `wildwestopera wordt een triomf voor de bijna tweeënvijftigjarige Puccini. Het publiek bedelft hem onder bijval, de high society van New York fêteert hem, de pers jubelt. Maar is hij ook gelukkig? Over het leven van de succesvolle componist van La Bohème, Tosca, Madama Butterfly valt steeds vaker de schaduw van de melancholie. Tijdens zijn verblijf in New York wordt hij te midden van alle vrolijke en eervolle ontvangsten en diners door twijfel aan zijn eigen talent beslopen. Lust leidt hem op zijpaden, zijn gezondheid baart de neurotische artiest zorgen.
De tien dagen voor de première, die Theun de Vries in dit gedetailleerd kunstenaarsportret beschrijft, krijgen een extra bittere bijsmaak door de herinneringen aan een recente huiselijke tragedie, die Puccini vervolgen. In het luide, vitale geweld van de wereldstad met haar dagelijkse dramatiek gaan de individuele noden schijnbaar verloren. Maar in het grijze morgenuur na het feest ziet Puccini de kwetsbaarheid en betrekkelijkheid van de creatieve existentie met illusieloze blik.