‘Vreemd dat er nog geen pretpark is dat het paradijs nabootst. Het zou een gat in de markt zijn, niet alleen voor kerkgangers, maar voor iedereen die een leuk dagje uit wil. Een reuzenpython met een appel in zijn bek schiet over een monorail langs idyllische tuinen en watervallen, Adam en Eva ontvangen de kinderen bij de ingang, waar zij zich ook als een van hen kunnen laten schminken.’
In het titelverhaal ‘Pretpark Paradijs’ volgen we een man die afgesloten van de buitenwereld zijn misstap overdenkt. Misschien kon hij niet anders. Zijn fantasie laat hem in ieder geval niet in de steek. Ook in de andere verhalen verkeren de hoofdpersonen vaak in de marge van de samenleving en proberen ze een weg te vinden in een wereld die soms te veel van hen verlangt. De verhalen zijn zowel humoristisch als aangenaam weemoedig van toon. De onverwachte wendingen maken Pretpark Paradijs en andere verhalen tot een fascinerende bundel.