Willem van Berkel en zijn zusje Mathilde worden 8 jaar na elkaar geboren in het begin van de vorige eeuw in een gegoed middenstandsmilieu in het centrum van Utrecht. Hun ouders hebben een liefdeloos huwelijk. Hun vader Jacob is veel ouder en een echte kwezel en Maria, hun moeder is frivool, behaagziek en nymfomaan. Willem droomt van een carrière als kunstschilder en Mathilde heeft schrijfambities. De moeder heeft alleen interesse in Willem en haar dochter laat ze over aan Sarah, de Joodse huishoudster van de familie. Begin jaren dertig kiest Willem voor de NSB en Mathilde rolt aan het begin van de bezetting als vanzelf in het verzet. Dan woedt de Tweede wereldoorlog ook in het gezin. En de oorlog eist onverbiddelijk zijn slachto ers op.