Daantje en Eva komen weer even boven water om adem te halen.
'Het is een meisje,' zegt Eva. 'Maar wat een rare kleur haar.'
'Een meisje dat onder water leeft,' mompelt Daantje. 'In onze vijver. Daar heb ik nog nooit van gehoord.'
'Ze wenkte ons. Zal ik naar beneden duiken?'
Daantje knikt. 'Doe maar.'
Als ze weer onder water is, ziet Eva dat het meisje een bikini aanheeft. Alleen haar benen, die zien er een beetje vreemd uit. Ze kijkt nog eens goed. Dat lijkt wel... dat lijkt wel een vissenstaart!
'Het is een zeemeermin!' roept ze als ze boven is.
'Een zeemeermin in onze vijver!' Daantje is al net zo verbaasd als Eva.
Eva vertelt van het touw. 'Ze zit daar gevangen. Ze krijgt het touw niet los.'
'We moeten haar helpen,' zegt Daantje meteen. 'Wat zielig voor haar!'
Eva haalt diep adem en duikt weer onder. Maar even later komt ze met een sip gezicht boven. 'Ik krijg dat touw ook niet los. De knoop die er in zit is heel dik en stevig.'
'Daar moeten we iets op verzinnen,' zegt Daantje. 'Weet je nog de truc van Meester Hatsekidori?'
'O, wat ben ik blij dat jullie mij hebben losgemaakt! Ik zit al twee dagen vast in dit water.' Ze kijkt om zich heen. 'Waar ben ik eigenlijk?'
'Dit is het paleis,' zegt Eva. 'Zij is prinses Daantje. En ik ben Eva.'
'Hallo, Eva en Daantje,' zegt het meisje. 'Ik ben ook een prinses. Ik heet Sirena en ik ben de dochter van de Koning van de Zee. Ik ben een zeemeermin.'
'Dat dachten we al,' zegt Daantje met een blik op de staart. 'Maar de zee is heel ver weg. Hoe kom je in onze hofvijver terecht?'
'Het is een meisje,' zegt Eva. 'Maar wat een rare kleur haar.'
'Een meisje dat onder water leeft,' mompelt Daantje. 'In onze vijver. Daar heb ik nog nooit van gehoord.'
'Ze wenkte ons. Zal ik naar beneden duiken?'
Daantje knikt. 'Doe maar.'
Als ze weer onder water is, ziet Eva dat het meisje een bikini aanheeft. Alleen haar benen, die zien er een beetje vreemd uit. Ze kijkt nog eens goed. Dat lijkt wel... dat lijkt wel een vissenstaart!
'Het is een zeemeermin!' roept ze als ze boven is.
'Een zeemeermin in onze vijver!' Daantje is al net zo verbaasd als Eva.
Eva vertelt van het touw. 'Ze zit daar gevangen. Ze krijgt het touw niet los.'
'We moeten haar helpen,' zegt Daantje meteen. 'Wat zielig voor haar!'
Eva haalt diep adem en duikt weer onder. Maar even later komt ze met een sip gezicht boven. 'Ik krijg dat touw ook niet los. De knoop die er in zit is heel dik en stevig.'
'Daar moeten we iets op verzinnen,' zegt Daantje. 'Weet je nog de truc van Meester Hatsekidori?'
'O, wat ben ik blij dat jullie mij hebben losgemaakt! Ik zit al twee dagen vast in dit water.' Ze kijkt om zich heen. 'Waar ben ik eigenlijk?'
'Dit is het paleis,' zegt Eva. 'Zij is prinses Daantje. En ik ben Eva.'
'Hallo, Eva en Daantje,' zegt het meisje. 'Ik ben ook een prinses. Ik heet Sirena en ik ben de dochter van de Koning van de Zee. Ik ben een zeemeermin.'
'Dat dachten we al,' zegt Daantje met een blik op de staart. 'Maar de zee is heel ver weg. Hoe kom je in onze hofvijver terecht?'