November 1939 - maart 1940: het Franse leger bereidt zich voor op het ergste. In de Elzas, op tien kilometer van het front, maakt een meteoroloog tweede klasse de balans op van zijn leven en zijn filosofie. Zijn gedwongen vakantie in het leger gebruikt Sartre om notities te maken.
Het belang van deze periode en van deze notities heeft Simone de Beauvoir kort na het verschijnen in 1983 als volgt verwoord: 'Sartre was bezig te veranderen. ( ... ) Een ontwikkeling van individualisme naar een vorm van socialisme. Toen ik hem leerde kennen was zijn grote idee: de esthetiek van de oppositie. Het geeft niet dat de wereld niet deugt, zo kan ik me er tenminste tegen verzetten. Dat is mijn rol. Het is mijn rol opposant te zijn in een wereld die me niet bevalt.
Tijdens de schemeroorlog wilde hij zich herbezinnen. Hij drukte dat uit met een woord dat in hoge mate is verbonden met het Heidegger-tijdperk: hij wilde authentieker worden. Hij vond dat hij niet authentiek genoeg was, dat wil zeggen zich bewust van zijn vrijheid en die vrijheid willend.'
Uit deze bezinning zijn alle latere grote werken van Sartre voortgekomen, in essentie staan ze hier alle genoteerd, doorweven met impressies van het leger, van zijn collegasoldaten, die bij niets ontziend en geamuseerd gadeslaat. Een houding die hij ook tegenover zichzelf aanneemt, wat deze aantekeningen vaak een lichtheid geeft die men niet van Sartre zou verwachten.