Alex Berger, ex-commissaris bij de Moord in Brussel, heeft zijn traumatische verleden overboord gegooid en zich teruggetrokken in Oostende. Hij leeft er eenvoudig en niet echt ongelukkig, kijkt naar de zee en praat tegen de meeuwen. Hij knoopt de eindjes aan elkaar als privédetective. In zijn leven is slechts plaats voor twee andere gekneusde zielen: een boekhandelaar en Sara Cavani, zijn ex-collega die pas haar tweelingzus verloor.
Wanneer Sara als verbindingsofficier bij Interpol opgezadeld wordt met een onmogelijk dossier, roept ze de hulp van Alex in. In Londen werd Roisin Benting, eenentwintig en in de fleur van haar leven, in haar luxueuze studentenloft koelbloedig gewurgd. De moordenaar liet een souvenir achter op haar buik: een sneeuwbol van glas met daarin een miniatuur van het Atomium.
Als er een tweede slachtoffer valt, dit keer in Brussel, komt de familie Bonard in beeld: steenrijke reders met aan het hoofd de mythische David Bonard, een man die niemand kent en van wie niemand iets weet. De jacht op de vreemde moordenaar brengt Alex Berger naar Londen en Zuid-Frankrijk en ten slotte naar het mondaine Sankt-Moritz in de Zwitserse bergen. En dan krijgt Alex een bericht van David Bonard zelf: een uitnodiging voor een verblijf in zijn mysterieuze landhuis aan het meer van Lugano...