Het is 1888. De Amsterdamse vioolbouwer Walter Vedder leest in de krant dat er op de plaats van zijn huis een groot hotel gebouwd gaat worden, en onmiddellijk begrijpt hij de kracht van zijn onderhandelingspositie tegenover de NV Victoria Hotel, die hem immers zal moeten uitkopen. In dezelfde tijd, maar dan in Hoogeveen, krijgt zijn neef, de oude apotheker Anijs, een nieuwe concurrent. Wanneer hij ontdekt dat die jongeman, anders dan hijzelf, een universitaire graad in de farmacie bezit, besluit hij zijn ambitie te verschuiven van het medische, waarin hij toch al overvleugeld is, naar het medemenselijke: het gebrek in een groot naburig turfstekersgehucht is groot; de mensen zouden eigenlijk moeten worden verplaatst, maar dat kost een vermogen – precies het vermogen dat Walter Vedder wel voor zijn huis meent te kunnen bedingen.
Vanaf dat moment slaan beide verhaallijnen ineen tot één grote intrige, en houden de twee hoofdpersonen elkaar onbedoeld vast in een wederzijdse wurggreep, die ook de lezer zal benauwen, tot de bevrijdende finale aan toe: Amerika. Net als Thomas Rosenbooms vorige roman, Gewassen vlees, is Publieke werken bekroond met de Libris Literatuur Prijs.