Erik Vlaminck ging op zoek naar herinneringen aan zijn ouders, grootouders en overgrootouders van vaders- en moederszijde. Met wat hij terugvond, schrijft hij een intrigerende familiekroniek in op zichzelf staande romans. Met feiten, herinneringen, dagdromen en fantasie stelt hij zich de vraag die iedereen bezighoudt: wie ben ik? In dit eerste deel 'Quatertemperdagen' beschrijft hij het leven van zijn grootouders Fien Van Riel en Eduard Rombouts in Vlaanderen tussen 1900 en de tweede wereldoorlog. Gewone mensen met hun besognes en pleziertjes, die zich zo goed mogelijk proberen te redden in die kommervolle tijden. Familie en dorp stellen grenzen aan verwachtingen en ambities, maar elk leven kent zijn geheim en onverwachte kanten.