Als er ergens ruimte is voor andersheid, is het wel in de Nederlandse literatuur. Al sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog wordt er in de lage landen geëxperimenteerd met thema’s als homo-, bi- of transseksualiteit en de geaardheid van personages. Gelukkig is er nu weer een generatie jonge Nederlandse en Vlaamse schrijvers die in hun werk de scheidslijnen tussen man en vrouw, tussen homo en hetero, tussen lust en liefde ter discussie stellen. Nergens anders zien we zo’n sterke neiging om buiten de gebaande paden te treden, om hokjes te doen vervagen, om grenzen te overschrijden. In welke traditie treden deze schrijvers? En wat maakt bepaalde literatuur eigenlijk queer? Is de geaardheid van de schrijver relevant? Of die van de personages? En wat voor rol spelen taal en vorm in de representatie van homo-, bi- of transseksualiteit? QUEER zoekt antwoorden op dit soort vragen en is tegelijk een viering van de eigenheid van de Nederlandse letteren.