Het verhaal van Raaf ontrolt zich tijdens een eindeloze hittegolf die van stad en land een onherbergzaam oord maakt. Op zijn vijfentwintigste is Raaf nog steeds niet aan het leven begonnen en hangt wat rond op de renbaan en in cafés en discotheken. Dan wordt onverwacht zijn vader het slachtoffer van een mysterieuze aanslag. Omdat Raaf enig erfgenaam is, is hij meteen verdachte. Intussen is zijn zoontje van zeven na een middag aan het strand spoorloos verdwenen en raakt zijn ex-vrouw Irene de kluts kwijt. Wat is er met de jongen gebeurd? En waarom geeft Raaf zich bij de politie aan, hoewel hij onschuldig is?
Allard Schröder schildert de bizarre lotgevallen in deze roman met grote kracht, en weet de lezer tot het eind te boeien en in spanning te houden.