Het is de zomer van 2014 en zwemster Ranomi Kromowidjojo is in tranen. Ze realiseert zich dat ze verder moet zonder haar oude vertrouwelingen en overweegt voorgoed met zwemmen te stoppen. Twee jaar nadat ze in Londen werd gekroond tot koningin van de Olympische Spelen en als BN’er terugkeerde in Nederland, is Ranomi het ongelukkigst. Haar oud-trainer is vertrokken naar Australië, met zijn opvolger klikt het niet 100%, de coach die ze daarna zelf kiest wordt ontslagen en tot overmaat van ramp verbreekt Pieter van den Hoogenband hun relatie.
Ranomi Kromowidjojo wordt al van jongs af aan gezien als iemand bij wie alles wat ze aanraakte veranderde in goud. Op haar zeventiende won ze immers al olympisch goud in Peking. Maar achter de schermen was er veel verdriet en moest Ranomi stap voor stap op eigen benen leren staan. Zo kwam ze er beetje bij beetje achter wie ze eigenlijk was, los van de zwemster die zo bekend was dat bij het publiek alleen een voornaam volstond. Op haar eigen unieke manier hervond ze uiteindelijk haar geluk, zowel ín als náást het zwembad.