Thomas komt uit een van de betere wijken van het naoorlogse Rotterdam. Meer uit onvermogen dan onwil ontpopt hij zich tot einzelgänger die, hoewel hij zeker ambities heeft, maatschappelijk dreigt te mislukken. Een laatste kans dient zich aan. Met zijn vriendin Jet vertrekt hij naar het subtropische Tenerife waar hij gaat werken voor een Brits-Nederlandse firma. Het zijn de nadagen van de dictatuur, generaal Franco is nog aan de macht, maar dat interesseert de apolitieke Thomas weinig. De fascisten neemt hij sowieso niet serieus - totdat hij verliefd wordt op Nuria, de vrouw van Ramón.