Een oude man krijgt een hartinfarct in de kerk van het Brugse Begijnhof terwijl hij een non bedreigt met een pistool. Van In stelt een onderzoek in, maar de zaak blijft zonder gevolg doordat het slachtoffer geen klacht wil indienen tegen haar belager. Enkele dagen later treft de eigenaar van de Lucifernum, een diabolische bar in de Brugse binnenstad, een vreselijk verminkt lijk aan in de toiletten. Het spoor leidt al vlug naar een geheimzinnig genootschap dat zich de Gezellen van de Brugse Beer noemt. Van In en Versavel raken verwikkeld in een kluwen van intriges. Welke rol speelt het zestiende-eeuwse schilderij De zeven wonderen van Brugge van Pieter Claeissins de Oude dat in het Begijnhof wordt bewaard? En bestaat de schat van Karel de Goede echt? De Gezellen van de Brugse Beer geven hun geheimen beetje bij beetje prijs. Of is dat maar schijn en moet Van In de oplossing ergens anders zoeken?