Ooit droomde Iris Hannema van het aardse paradijs aan een smurfblauwe zee, nu emigreert ze met haar Franse geliefde en hond naar de Franse Alpen. Maar het reizen achtervolgt haar nog steeds. Waar kom je uit als je rond gaat, bij het begin of bij het eind? Is reizen weglopen? Is het een talent of kun je het leren? Ga je anders schrijven als je thuis bent gekomen? En wat is toch de aantrekkingskracht van tijdelijkheid?