Lucia woont in Amsterdam, vlak bij de drukke haven. Haar vader is zeeman. Hij is vaak lang van huis, op weg naar verre streken. Hij komt dan altijd terug met de mooiste verhalen. Maar hoe mooi die verhalen ook zijn, Lucia heeft toch het liefst haar vader zelf bij zich. Als hij weer bijna op reis gaat, bedenkt ze een plan. Waarom vraagt ze de beroemde schilder Rembrandt niet om een schilderij van haar vader te maken? Dan heeft ze hem altijd bij zich, hoe ver weg hij ook is.