In mei 2002 reisde Hella S. Haasse voor een optreden naar Grenoble. Antony Mertens, haar redacteur, reisde met haar mee. In de trein ontvouwde zich een gesprek over haar brede oeuvre, met name over haar romans. Sleuteloog, waarvan zij het manuscript kort daarvoor had ingeleverd, vormde het uitgangspunt, maar algauw waaierde het gesprek uit naar haar “Indische” werk, zoals Oeroeg en Heren van de thee. Haar historische romans passeerden de revue, evenals haar romans die geheel en al aan de verbeelding zijn ontsproten. Zo ontwikkelde zich tijdens de reis een zoektocht naar de grondpatronen in haar werk.
Anthony Mertens verwerkte zijn notities van deze gesprekken tot een doorlopende interviewtekst, afgewisseld met een aantal persoonlijke observaties en indrukken. “Ik besta in wat ik schrijf”, zo luidt het adagium van Hella S. Haasse. Om haar te leren kennen, moet men haar werk lezen. Retour Grenoble is bedoeld als een uitnodiging kennis te maken met de rijkdom van Haasses omvangrijke oeuvre.
Anthony Mertens verwerkte zijn notities van deze gesprekken tot een doorlopende interviewtekst, afgewisseld met een aantal persoonlijke observaties en indrukken. “Ik besta in wat ik schrijf”, zo luidt het adagium van Hella S. Haasse. Om haar te leren kennen, moet men haar werk lezen. Retour Grenoble is bedoeld als een uitnodiging kennis te maken met de rijkdom van Haasses omvangrijke oeuvre.
