Het was de zomer van de hoop en het zwaard...
Het was de zomer van Arthur...
In het land Brittanie trekt Koning Uther ten strijde tegen de saksen.
De kinderen van Brittanie worden in veiligheid gebracht in het afgelegen kasteel Camelot. De achterhoede van het Koninklijke leger zal dra komen om hen te beschermen.
Maar de soldaten komen niet. Niemand weet hoe dat komt. De oude tovenaar Merlijn is de enige volwassene (zeg gerust bejaarde) op het kasteel, maar die heeft het veel te druk om de leiding op zich te nemen.
En dus moeten de kinderen zelf een leider kiezen. De Adellijke kinderen, onder leiding van Gwynevere en Gawain, vinden het vrij normaal dat één van hen de baas mag zijn.
Maar daar is niet iedereen het mee eens. Tristan, Key en Gallahad bijvoorbeeld, zelf ook van Adel, vertoeven veel liever bij gewone jongens zoals Balin en Balan, en de vondeling Arthur, die samen met Key is grootgebracht.
Deze jongens willen niet zozeer de baas zijn, ze beginnen vooral dingen te DOEN. Ze zorgen dat iedereen een slaapplaats heeft, dat de kleine kinderen genoeg te eten hebben...
En dan komt er een oplossing uit de bus.
Diegene die Excalibur, het Konigszwaard van Uther, kan lostrekken mag de leider zijn. Maar hoe komt het dat Uther dat zwaard niet mee naar de oorlog nam?
En waarom zit het precies zo muurvast?
Gwynevere, Lancelot, Tristan, Isolde, Arthur en nog zovele anderen...
Ze spelen allemaal hun rol in dit verhaal. Heel vaak om te lachen, soms ernstig en zelfs een beetje droevig ook...
En een beetje speciaal...
Want alle hoofdrolspelers in dit verhaal zijn kinderen...
En ze zijn alleen...