Arthur Schnitzler (1862-1931) was een van de belangrijkste schrijvers van het fin de siècle. En hij was zeker de meest controversiële. Vrijwel alles wat uit zijn pen vloeide baarde opzien of veroorzaakte regelrecht schandaal. Doorgaans omdat hij de vinger legde op het huichelachtige karakter van de tijd waarin hij leefde.
In deze magistrale bundel zijn vier van Schnitzlers mooiste novelles opgenomen die de Weense samenleving rond 1900 treffend vatten. De thema’s waarin de Oostenrijkse grootmeester uitblonk komen nadrukkelijk aan bod. Zo zijn er de verkenning van de vrouwelijke seksualiteit, de psychologische ontleding van zijn personages, de macabere dans tussen eros en thanatos en de strijd tussen vrije keuze en voorbeschikking. Dat alles ingebed in een wereld van gisteren, die nu eens erg ver, dan weer erg dichtbij lijkt.