In haar derde roman Precoz (Rijp) zien we een moeder en een zoon. Zij zijn nieuwe Europese armen. Binnen de driehoek moeder-minnaar-zoon spelen basale relaties die op het randje balanceren, op het randje van liefde, op het randje van obsessie en op het randje van het leven. Het is een brutale verdraaiing van de meest traditionele rollen die de betekenis van het moederschap en de sociale plichten die aan vrouwen worden opgelegd in twijfel trekt. Deze verdraaiing wordt weerspiegeld in een grimmige stijl, ontdaan van alle versiering, krampachtig zoals het leven zelf, waar alles gebeurt zonder duidelijke reden, het gebeurt gewoon.