In Roaring nineties beschrijft Jannah Loontjens ons laatste fin de siècle en spiegelt die aan de huidige tijd. Het was een tijd waarin geloofd werd dat de grote oorlogen voorbij waren, het was voor nine-eleven, voor de komst van mobiele telefonie en internet, het was een tijd van multiculturele idealen, voorspoed en optimisme.
In Roaring nineties onderzoekt Jannah Loontjens de tijdgeest van de jaren negentig, en die van de jaren die daaraan voorafgingen. Ze beschrijft haar ervaringen in het Haagse kraakpand waar ze met haar moeder woonde. Ze vertelt over haar filosofiestudie in New York waar ze les kreeg van de filosoof Derrida, over haar bijbaantje als gogo-danser in nachtclubs en het poststructuralistische denken dat toen in de mode was. Ze gaat ook terug naar haar kinderjaren in Zweden waar onder een sterrenhemel in een donker bos de eerste grote metafysische vragen in haar opborrelden.
Aan de hand van het werk van Derrida, Baudrillard, Butler en Heidegger laat Loontjens zien hoe haar eigen leven met filosofie verbonden is, en hoe grote filosofische kwesties met praktische vragen kunnen samengaan.