Historicus Guido van Hengel volgt de geursporen en geluiden van het turbulente verleden van Joegoslaviƫ en stuit daar op de Duitse herders van de Nazibezetters, de poedels van de dictator Tito, een kudde Italiaanse muilezels en de wolvenmilities tijdens de oorlogen van de jaren negentig.
In de eenentwintigste eeuw zijn het de talloze straathonden die Van Hengel rondleiden in steden als Sarajevo, Tuzla en Belgrado. Langs stoepen, op pleinen en in parken observeert hij - op kniehoogte - hoe de kapitalistische wildernis de samenlevingen van voormalig Joegoslaviƫ heeft ontwricht.
Roedel is een boek over het gedeelde lot van dieren en mensen in Europa. Het is tegelijkertijd een studie op straat, en hoe we ons daar vrij en veilig kunnen voelen - op twee voeten, en op vier.