Zomer 2002. De zevenjarige Szymon speelt met zijn vriendje bij het spoor en heeft geen idee dat zijn leven voorgoed zal veranderen: bij thuiskomst blijken zijn ouders bij een auto-ongeluk te zijn omgekomen. Toska, zijn excentrieke grootmoeder, vangt hem liefdevol op. Maar in Chojny, waar ze woont, is iedereen getekend door de Tweede Wereldoorlog.
Terwijl we Szymon zien opgroeien, verliefd worden, zijn oudste vriend verliezen, lezen we in alternerende hoofdstukken Toska’s hartverscheurende geschiedenis. Hoe haar man, getuige van het vermoorden van Joden in een nabijgelegen bos, later zelfmoord pleegde, terwijl zij in verwachting was van Szymons moeder.
Roest is een in een heldere stijl met prikkelende wendingen geschreven roman over het leven en het voorbijgaan van de tijd.