Als Herta Müller niet aan een roman werkt, maakt ze collagegedichten. Haar huis ligt vol met kleurige knipsels van woorden en afbeeldingen uit kranten en tijdschriften. Deze plakt ze op witte kaarten. Het resultaat is een verzameling gedichten die een lust zijn voor het oog. Ze getuigen van humor, een speelse fantasie en een ongebruikelijke omgang met rijm, maar de verbijstering en de angst die haar prozawerk kenmerken zitten ook hier overal verstopt.