Zoals Bordewijk in zijn roman Bint de angst voor en de afkeer van de school objectiveerde door een neo-realistische vertekening, zo wordt in Rood Paleis de angst bezworen voor het bordeel, die typerende en decadente instelling van het fin de siècle. Rood Paleis is een zwaar bakstenen pand, bruin-rood geverfd en met neergelaten jaloezieën. Het is een oord van somberheid en verschrikking dat beheerst wordt door de 'madam' mevrouw Doom, een overweldigende, sombere verschijning, die het vleesgeworden Noodlot lijkt. In het verval van Rood Paleis schildert Bordewijk niet alleen de ondergang van een instituut, bevolkt door gevreesden en geminachten, maar tevens het einde van de eeuw der bourgeoisie.