In Rosario is dood trekt Axelsson zich het lot aan van Rosario Baluyot, een Filippijns straatkind dat in het stilzwijgend getolereerde sekstoerisme werkt en in 1987 op elfjarige leeftijd sterft. Het meisje is het slachtoffer van een Oostenrijkse arts, die zodanig gruwelijk misbruik van haar maakt dat zij maanden later aan de gevolgen overlijdt. Axelsson reconstrueert het korte leven van het meisje in aaneengeschakelde verhalen die door de schrijfster samen een documentaireroman worden genoemd. Ze presenteert de feiten, niet voyeuristisch, maar eerlijk, met groot inlevingsvermogen en in de haar kenmerkende indringende stijl.