De Amerikaanse avonturier Jonathan Blair belandt, nadat hij wegens een schandaal Afrika heeft moeten verlaten, berooid en rillend van de malaria in het negentiende-eeuwse Engelse mijnstadje Wigan, waar hij de geheimzinnige verdwijning van een jonge kapelaan zal proberen op te lossen. Wigan bestaat uit twee werelden. Aan de oppervlakte is het vredig en groen, een paradijs voor de rijken. Maar in de hel van de kolenmijnen gaat een heel andere wereld schuil. Daar brengen de mijnwerkers, van top tot teen bedekt met kolenstof, in ellende en ontberingen hun dagen door - vaak tot de dood erop volgt. De vermiste kapelaan, John Maypole, heeft de grens tussen de twee werelden overschreden. Hij was verloofd met Charlotte, de dochter van de eigenaar van de mijn, bisschop Hannay. Maar Charlotte is zo koud als ijs, en het schijnt dat Maypole een noodlottige ontmoeting heeft gehad met een vrouw uit de wereld van de mijnen: de eenvoudige, maar onvergetelijke Rose, die ook op Jonathan Blair diepe indruk zal maken.