Rosie Voghel groet de dag en slaat de buitendeur van haar appartement met een luide knal dicht. Het klinkt als het eerste kanonschot in de vroege ochtend op het slagveld van haar leven.
Zo begint de rollercoaster van bloedig geweld en psychisch lijden van een jong meisje, gemarineerd in een diep bad van verontrustende inzichten in de natuur van de mens en van de wereld, dat zoveel stof tot nadenken doet opwaaien dat wanneer de storm over is en het stof gaan liggen, de lezer ademloos achterblijft, starend in de zinkput van zijn bestaan.