Kip Vjera ontsnapt aan de strooptocht van de vos omdat ze onder een bessenstruik zit te broeden. Bij de schuur vindt ze een rillende kleine vos die na de jachtpartij alleen achterbleef. Vjera is een moeder in hart en nieren en neemt het vossenjong zonder aarzelen onder haar vleugels. De eieren komen uit, het welpje groeit op en stoeit vrolijk met de kuikens. Maar de andere kippen voelen zich helemaal niet veilig met dat roversjong op de boerderij.