Op hartveroverende wijze vertelt Inez van Dullemen het bewogen levensverhaal van de naaldkunstenaar Willem Schenk. Zijn moeder overleed toen hij nog kind was. Zijn vader, kapitein op een koopvaardijschip, bracht de meeste tijd op zee door en koesterde maar weinig genegenheid voor zijn zoon. De heerszuchtige pleegmoeder droeg er eveneens toe bij dat Willem zijn jeugd als een kwellende tijd ervoer. In deze eenzame kindertijd wordt de kiem gelegd voor zijn kunstenaarschap.
Schenk huwt een jeugdvriendin, de veel begrijpende Anna, maar dat huwelijk biedt geen uitkomst voor zijn sluimerende verlangens. Zijn geluk komt dichterbij als hij in Parijs een jongen ontmoet die zijn hart in vuur en vlam zet. Uiteindelijk zoekt hij de werkelijke betekenis van zijn bestaan in de raadselachtige visoenen die hij op zijn wandkleden te voorschijn tovert.